De nucleaire week

Donderdag was ik bijna van op de eerste rij getuige van de grote bocht die Europa neemt in haar energiepolitiek en de plaats van het nucleaire daarin. Uitgerekend in het land dat onlangs nog twee op en top draaiende kerncentrales sloot en nog steeds de wet op de kernuitstap overeind houdt met een regering die weigert die wet aan te passen, was de premier van die regering samen met de Argentijn Rafael Grossi, directeur-generaal van het Internationaal Atoomenergieagentschap, gastheer op de eerste Nucleair Energy Summit. Politieke delegaties en bedrijfsleiders van over de hele wereld reisden af naar de Heizel om hun geloof in de kernenergie als duurzame, klimaat neutrale, betaalbare en zekere energiebron uit te spreken.  (Op de foto met Rafael Grossi en Yves D’Eer, noodplanningscoördinator Beveren.)

 

Samen met collega burgemeesters of hun vertegenwoordigers van GMF Europe, aangevuld met een delegatie uit Amerika en Canada, was ook ik uitgenodigd. De weg naar de parking was al versperd wegens “une manifestation”, werd me door een ijverige, Nederlands onkundige jonge politieman duidelijk gemaakt waardoor ik mijn auto moest achterlaten en te voet verder kon om vast te stellen dat de weg naar de parking helemaal niet versperd was. Maar goed. Dit is Brussel hé. De essentie speelde zich binnen af want het kan verkeren.

Tientallen presidenten, waaronder president Macron die het nucleaire verhaal nooit verloochend heeft, eerste ministers, Europese vertegenwoordigers, ambassadeurs en andere excellenties passeerden de revue. Het deed me volgende boodschap op Facebook plaatsen: “Europa begint terug het licht te zien. Er is meer vreugde in de hemel voor één zondaar die zich bekeert dan voor negenennegentig rechtvaardigen, schreef Lucas. Hier loopt het nu vol bekeerlingen. Wat een vreugde moet het daar in de hemel zijn.”

 

Terwijl ik dit enerzijds met eenzelfde vreugde vaststel, beklemt mij evenzeer het gevoel van gemiste kansen. Beeld je in waar we zouden staan indien de brandstofproductie zich nog in Dessel bij FBFC bevond. Waar we zouden staan, nu ik hoor dat MOX op de lippen van velen ligt, indien we de hier bij het SCK in Mol uitgevonden brandstof nog fabriceerden bij Belgonucleaire in Dessel en de geplande uitbreiding gerealiseerd hadden. Het tegendeel werd waar. Beiden gesloten, ontmanteld en afgebroken. Een verhaal van gemiste opportuniteiten, aan diggelen geslagen dromen en dwaze beslissingen terwijl de trein elders in de wereld verder bolde…

 

Het was me inderdaad het weekje wel. Voor de voorgeschiedenis verwijs ik naar mijn column van vorige week: 'De beste minister van energie…' waarin ik het uitblijven van de beslissingen m.b.t. het nucleair passief bij Belgoprocess en het Fonds Middellange Termijn voor de berging van het laag en kortlevend afval hekelde. Het werd een ware roetsjbaan. Hier het relaas zoals ik het ervaarde.

 

Dinsdagmiddag krijg ik het onwaarschijnlijk telefoontje dat er binnen de interkabinettenwerkgroep begroting geen akkoord gevonden is om de noodzakelijke middelen voor beiden uit te trekken. Mijn wereld stort in. Massale afvloeiingen en de boodschap brengen aan de Desselse vrijwilligers dat men vijfentwintig jaar voor niks gewerkt heeft. Ik zie het voor mij opdoemen. Na het telefoontje wandel ik verbouwereerd naar het Europees perscentrum aan de andere kant van de Wetstraat om mijn toegangsbadge voor de Nucleair Energie Summit van donderdag op te halen. Verzonken in diep gepeins staat plots naast me één van de vicepremiers aan wie we voor een paar weken het schrijven richtten over deze problematiek. “Ha, dag Kris, hoe gaat het met je?” “Wat denk je,” antwoord ik, “het is toch niet mogelijk wat er boven ons hoofd hangt. Doe a.u.b. iets.” De minister bevestigt dat de kern het schrijven echt wel ernstig neemt en dat men z’n best doet. Een beetje hoop dan toch? Eenmaal op mijn bureau doe ik nog wat telefoons naar mensen die er in deze omstandigheden toe doen.  

 

’s Avonds volgt de algemene vergadering van STORA met op de agenda de stand van zaken van de twee aangehaalde dossiers. Ook daar ongeloof waarbij beslist wordt een versnelling hoger te schakelen. Als het dan toch niet anders kan: een ingebrekestelling van de Belgische staat door STORA en lokaal bestuur Dessel. De vraag wordt aan MONA en Mol gesteld om mee op de kar te springen.

De ochtend daarop hetzelfde verhaal bij de Regionaal Nucleaire Cel, een vergadering van de regionale stakeholders. Ongeloof en hulpeloosheid terwijl in opdracht van STORA de ingebrekestelling klaargemaakt wordt. De tijd tikt…

 

14u24 een sms: “witte rook”. De kern heeft de knoop doorgehakt: geld voor Belgoprocess en geld voor het Fonds Middellange Termijn. Alles moet klaargemaakt worden opdat de ministerraad kan officialiseren. Een pak van mijn hart. Zelden zo een opluchting ervaren. Na al die jaren. Een dikke dankjewel dan ook aan al diegenen die dit realiseerden. Niet in het minst ook de collega's uit de Desselse gemeenteraad die hun politieke contacten aanspraken.

 

De nucleaire week kreeg ten slotte haar beslag toen ik gisteren een delegatie van de denktank Libera! met oud-collega Boudewijn Bouckaert in Tabloo mocht ontvangen om hen deelgenoot te maken van ons boeiend en uitdagend Dessels nucleair verhaal.

 

Met alles wat er van de week gebeurde schijnt er mijns inziens terug licht aan het einde van de tunnel. De neuzen in de juiste richting m.b.t. CO2-propere energie: water, wind, zon én kernenergie. Laat ons dan ook de juiste lessen trekken uit het verleden, geen misstappen meer en de kansen grijpen die er nu opnieuw komen te liggen. Dit alles in het belang van de welvaart van onze mensen. Dat is immers onze verdomde plicht. Daar doen we het toch voor, neen? Fijne zondag nog.

 

Kris van Dijck

Dessel, 24 maart 2024