Deze ochtend een kortere bijdrage want mijn agenda puilt uit. Zo dadelijk gaan we in Tabloo in dialoog met de Desselaar om ons zesjarig meerjarenplan extra vorm te geven. Vanavond vlieg ik dan naar Wenen waar ik actief zal deelnemen aan een internationaal congres, georganiseerd door het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA), over het engagement van alle mogelijke belanghebbenden bij programma’s rond kernenergie. Mijn bijdrage als burgemeester focust zich op de betrokkenheid van lokale gemeenschappen en hun besturen. De manier van aanpak in Dessel is al tot ver buiten onze grenzen gekend. 

 

Vrijdag bezocht ik samen met vijf andere Europese collega’s de in opbouw zijnde ITER-fusiereactor in Cadarache bij Aix-en-Provence. We behoren tot een informele groep van parlementsleden over landen en fracties heen die het nucleaire genegen zijn en er voor ten strijde trekken. Zoals je vorige week kon lezen zijn we groeiende. 

 

Het is amper twee jaar geleden dat ik van nabijer kennis mocht maken met het kernfusie-onderzoek. Het was de Waaslander Jef Ongena, onderzoeksdirecteur aan de Koninklijke Militaire School en plasmadeskundige die van nabij betrokken boeiend over het JET-project in Culham (Engeland) sprak. Daar, bij Oxford, is hij er mee in gelukt een kernfusie tot stand te brengen die een veelvoud van de warmte van de kern van de zon teweegbrengt. In september vorig jaar was hij opnieuw te gast in Dessel maar zijn verhaal had een zeer ontgoochelend slot. De JET-reactor was stilgelegd en zou ontmanteld gaan worden ten gevolge van de Brexit. “Met een EU-parlementslid in de zaal”, zo sprak hij, “gaan we dat kunnen tegenhouden.” Ik nam de handschoen op, interpelleerde de Commissie, Jef, Evert (mijn medewerker) en ik trokken naar Engeland, zochten bondgenoten op bij universiteiten en in het Lager Huis, de noodzaak onderstrepend om jonge ingenieurs te blijven opleiden, enz. Maar tevergeefs, de teerling bleek geworpen… JET zou gaan dienen om expertise op te gaan doen voor het ontmantelen van fusiereactoren.

 

Maar nu terug naar de voorbije week. We waren dus met zes. Twee van onze ECR-fractie, twee collega’s van de liberale groep en twee van de sociaaldemocraten. Het ITER-project is een initiatief van 33 landen: de 27 van de EU, Japan, Korea, India, China, Rusland en de VS en wordt geleid door Pietro Barabachi. Er wordt een tokamak-reactor gebouwd zoals de JET maar een pak groter. Een tokamak kan je vergelijken met een donut, waarvan de wanden dermate magnetisch zijn dat het plasma in de kern blijft. Dat plasma bestaat uit twee waterstof isotopen deuterium en tritium die fuseren waarbij een warmte van tien maal de kern van de zon tot stand gebracht wordt. Een enorme energie die geen afval achterlaat en volledig CO2-neutraal is.    

 

Het project startte in 1985. We betraden een enorme site met imposante gebouwen. Het hoofdgebouw bestaat uit een enorme assemblage hal, volledig stofvrij, met aansluitend de bunker waar de tokamak in opbouw is. De reactor zelf, die dus de vorm van een donut heeft, bestaat uit negen componenten, te vergelijken met de manen van een sinaasappel. Eén element bevindt zich al op de juiste plaats en in de assemblagehal worden de twee volgende klaargemaakt. 

 

De uitdaging voor de mensheid en onze Aarde is immens. Vandaar de betrokkenheid van vele landen en de inzet van honderden wetenschappers. Samen willen we resultaat boeken. Als we daarin lukken, om de kracht van de zon op Aarde te creëren, dan hebben we een energiebron die onuitputtelijk is en geen afval achterlaat. Maar de mensen bij ITER zijn ook duidelijk. Zij geloven in de zaak maar vraag hen niet wanneer het resultaat er zal zijn. Dat kan niemand voorspellen en ons blaasjes wijsmaken willen ze ook niet, terecht. Na het ITER-experiment, want zo moeten we het ook duiden, zal het dan zaak zijn dit te industrialiseren en fusiereactoren te bouwen waar er behoefte aan is. Dat kan nog decennia duren. In afwachting, vertrouwde de directeur ons toe, is het echt wel nodig om voor de huidige energiebehoefte te investeren in kernenergie. De kernsplijting zoals we die nu kennen waarbij ook nieuwe systemen zoals de kleine modulaire reactoren het daglicht zien.  

 

De uitdagingen zijn immens, de weg naar oplossingen is boeiend en het geloof om er te geraken is groot. Zo hoor ik het ook graag.  Fijne zondag nog.

   

Kris van Dijck

Dessel, 25 mei 2025