
Na een reis van 32 uur, drie vluchten en twee overstappen, landde ik vrijdagnamiddag in Zaventem. Een omzwerving over de wereldexpo van Osaka in Japen en een parlementair werkbezoek aan Nieuw-Zeeland van 14 dagen waarbij ik 53 uur in een vliegtuig zat, 45.000 km aflegde, over meer dan 30 verschillende landen vloog en twee jetlags te verwerken kreeg. En of het leerrijk was! Vandaag mijn focus in deze column op Nieuw-Zeeland en de Maori-cultuur in het bijzonder. Een cultuur waar de Nieuw-Zeelanders, en dat geldt voor de Maori zelf maar ook voor de Pakeha (afstammelingen van Europeanen) en recentere immigranten, niet alleen fier op zijn maar ze ook zeer expliciet uitdragen. Een officieel bezoek aan het parlement kan niet zonder de nodige Maori-rituelen en plichtplegingen waarover zo dadelijk meer…
De Maori is een Polynesisch volk dat haar oorsprong vond in een vallei in Taiwan. Door een dreigende overbevolking weken ze systematisch uit naar verschillende steeds verder gelegen eilanden in de Stille Oceaan. Een immense Oceaan die een derde van de aardoppervlakte bestrijkt. Het waren dan ook begenadigde zeelui die de knepen van het vak kenden om met hun dubbelrompskano’s, de waka taua’s, van wel dertig meter lang over de Stille Oceaan te migreren en de onbewoonde eilanden te koloniseren. Ze navigeerden door gebruik te maken van de sterren, golven, stromingen en vluchten van vogels. Ze zetten ook even voet aan wal in Australië maar moesten daar snel de wijk nemen voor de veel agressievere Aboriginals. In de dertiende eeuw namen ze het tot dan toe onbewoonde Nieuw-Zeeland in. Ze begonnen aan bosbouw te doen en door hun jacht op o.a. de moa was deze struisvogel van wel 3m60 groot op 100 jaar tijd uitgestorven. Het dier had alleen maar een natuurlijke vijand onder de vorm van een reuze arend die hij verschalkte door stil te blijven staan en niet te bewegen. Voor de Maori dus een eenvoudige prooi. Wat het bos betreft: van het oorspronkelijke 80% bos schiet nu nog 20% over. Over de immense graslanden grazen miljoenen schapen en koeien die de westerlingen importeerden.
Ook een met uitsterven bedreigd dier is de kiwi. Een vogel, nachtdier, die niet kan vliegen en bij uitstek het symbool van Nieuw-Zeeland is. Kweekprogramma’s worden opgezet en wat daarbij opmerkelijk is, voor de kiwi een ei legt, meet dat ei 80% van haar lichaam. Beeld je in; je legt een ei en van je romp schiet nog 20% over.
Hoe kwam de westerling nu daar? In 1642 deed de Nederlandse ontdekkingsreiziger Abel Janszoon Tasman, die in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie de Stille Oceaan ging verkennen, als eerste Europeaan Nieuw-Zeeland aan. Dit ter hoogte van de westkust van het Zuidereiland maar maakte snel rechtsomkeer nadat een aantal van zijn scheepslui gedood werden.
Goed 127 jaar later zet de Engelsman James Cook ter hoogte van Gisborne, aan de noordoostkust van het Noordereiland, wel voet aan wal en start zowel de handel als de westerse kolonisering van de twee eilanden die in totaal van noord naar zuid 1.600 km lang zijn. Om en bij de afstand Dessel-Napels.
Heden ten dagen telt het land 5,2 miljoen inwoners waarvan een 14,6% Maori. Het merendeel, goed 68% heeft een Europese oorsprong en de resterende 17% zijn Aziaten of Oceaniërs komende van Australië of Nieuw-Guinea. Toch heeft de Maori-cultuur een doorslaggevende rol gespeeld in wie of wat de Nieuw-Zeelanders zijn. Op bezoek in Palmerston North krijgen we een inzicht hoe er omgegaan wordt met inburgering. De plaatsvervangende burgemeester Debi Martschall-Lobb (op de foto met collega parlementslid en oud burgemeester van Düsseldorf Thomas Geisel en ik), zelf Maori, getuigt fier dat haar stad met 80.000 inwoners bruist van diversiteit. Er worden 130 talen gesproken maar iedereen past zich aan en leert Engels en of Maori. “We maken er Kiwi’s van”, stelt ze onomwonden. Wat Kiwi zijn betekent ervaar je als je vier dagen door het land trekt. Het is gastvrij, vriendelijk, rustig, niet opgenaaid zijn. Niet zoals de mensen hier opgefokt verwijtend kunnen rondlopen. Dit alles in schril contrast met wanneer wij oproepen “Vlaming te worden te midden van de Vlamingen”. Je weet in welke hoek je dan gedumpt wordt…
De volkssport bij uitstek is rugby. Zij zijn de beste van de wereld. Zij zeggen het zelf, zonder schroom, waarbij de cijfers het nog bewijzen ook. Wie kent niet de beelden van het Nieuw-Zeelands rugbyteam, the All Blacks, die voor aanvang van de wedstrijd met hun Haka de tegenstander intimideren. Je zou voor minder in je broek doen. Ook weer de Maori-cultuur die voortleeft en hun identiteit kleurt. Letterlijk en figuurlijk.
Als je een Nieuw-Zeelander begroet doe je dat niet alleen met het schudden van handen, neen, je buigt je hoofd en tikt met neus en voorhoofd de andere aan. Onwennig in het begin maar een oeroud Maori-gebruik. Het deed me denken aan hoe we vroeger Eskimootje speelden en neuzen-neuzen deden.
Maar het toppunt van ceremoniële verwelkoming viel ons te beurt in het parlement waarover we de dag voordien en net voor het binnengaan uitgebreid gebrieft werden: de Mihi Whakatu.
Je betreedt de zaal en links staan de stoelen op rij met alle gastheren. Bij ons donderdag een twintigtal. Wij, met onze delegatie werden rechts, rechtover hen geplaatst op ook mooi op rij staande stoelen. Dan neemt de mana whenua het woord en spreekt welkomstwoorden uit in het Maori, wat hij later vertaalt in het Engels. Zo willen ze dat; eerst je moedertaal spreken. Tonen aan je gasten wat je cultuur en achtergrond is. Lees je het goed, Vlaming? Waarna alle gastheren rechtstaan en een Maori welkomstlied zingen.
Dan is het de beurt aan de delegatieleider van de gasten om het woord te voeren. Ook eerst in zijn taal. Onze voorzitter Sean Kelly deed dat dus in het Keltische Iers, Nadien pas in het Engels, waarna ook wij een lied ten beste gaven. Aangezien we een gevarieerde Europese delegatie waren met een Ierse voorzitter in het bijzijn van de EU-ambassadeur die ook een Ier is, zetten we op mijn voorstel, en dus ook in het Nederlands aangekondigd, de eerste en laatste strofe van Molly Melone in: “In Dublins fair city where girls are so pritty…”, laaiend enthousiast meegezongen door de Nieuw-Zeelandse parlementsleden waarna het ijs meer dan gebroken was.
Het was een vermoeiende maar zeer leerrijke veertiendaagse die voldoende contacten en afspraken opleverde om er op het Europees niveau verder mee aan de slag te gaan. En de boodschap aan ons, Vlamingen, indachtig wat ik hierboven beschreef: wees fier op je taal en cultuur. Draag ze uit en zet anderen aan om mee te doen, wat hun afkomst ook is. Als 14,6% Maori dat kunnen, kunnen wij dat dan met de meerderheid in dit land echt niet? En ja, spreek eerst je eigen taal. Ook als je in Brussel van de trein stapt. Word een Kiwi! Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 27 juli 2025