
Donderdag werd opnieuw een mijlpaal op de Desselse bodem gezet. Op en niet onder de grond zoals Pieterjan De Smedt het tot tweemaal toe in Terzake op VRT aankondigde. Had hij dan de reportage die hij inleidde niet op voorhand bekeken? Het had er alle schijn naar…
Niet zomaar een mijlpaal maar wel het begin van de bouw van 20 bunkers om het Belgisch laag- en middelactief kortlevend afval verpakt in betonnen caissons te bergen. 20 bunkers in een eerste fase. Nadien nog eens 14. 34 in totaal voor in totaal 70.500 m³ afval.
Wat die eerste reeks van 20 bunkers betreft in 2 rijen van 10; elk 27 m lang op 25 m breed met een hoogte van 11 m. De grootste werf die Dessel ooit kende. Goed voor 11.760 m³ grind als ophoging boven het maaiveld. Bovengronds! Daarop 40.000 m³ stabilisé als stevige fundering waarop dan de 20 bunkers met dubbele vloerplaten van 70 cm dik waartussen een inspectie galerij en wanden van 60 cm dik zullen gebouwd worden. Als ik even tel goed voor 35.320 m³ beton. Waarvan de bouwmaterialen via binnenschip zullen aangevoerd worden. Ga er maar aanstaan.
In het verleden schreef ik al vaak over het cAt-project hier in Dessel waarbij de Desselaar het licht op groen zette om dat afval definitief in Dessel te bergen. Niet zonder een voor-wat-hoort-wat met aan de plus zijde naast een optimale veiligheid voor mens en milieu o.a. het ontmoetingscentrum Tabloo, een eeuwigdurend lokaal fonds, een medische opvolging van de gezondheid van onze kinderen en verdere KMO-ontwikkelingen. Voorbije donderdag, na 26 jaar voorbereiding, de start van de werken, gegeven door onze Eerste Minister Bart De Wever.
Waar ik het vandaag alleen over deze bouwwerf zou moeten kunnen hebben en de opendeurdag van vandaag in en rond Tabloo en de werf, haalde de realiteit me in. De manier waarop Bart en zijn gezin de voorbije periode aangepakt werd door andere politici, op sociale media, tot zelfs een Vlaanderen breed huis-aan-huis verdeeld pamflet van het Vlaams Belang vrijdag bij mij in de bus, overschaduwt het positieve verhaal dat ik vandaag kan schrijven. Ik kan dat alles niet zomaar negeren.
Ik ken Bart goed en al lang. Al zeg ik het zelf. In het begin van de N-VA - hij ondervoorzitter en ik algemeen secretaris - brachten we samen uren door. In vergaderingen. In de auto op weg naar Brussel of terug. Bij hem thuis, toen nog in de Neptunusstraat met Veerle en de geboorte van de kinderen. Een Vlaams-nationalist in hart en ziel. Niet één van de negentiende noch twintigste eeuw maar vol in de realiteit van het heden. Hier, in Europa, in de wereld. Een Vlaams-nationalist waarvan het snel duidelijk was dat hij uitzonderlijke talenten heeft: een enorm geheugen, analytisch van geest, gevat en wel bespraakt.
En welke bagger krijgt hij over zich heen? Omdat hij onze samenleving wil behoeden van een ondergang. Omdat hij leiderschap toont en verantwoordelijkheid neemt om onze gemeenschap te besturen. Neen, niet in de ideale omstandigheden zoals hij het zelf zou willen. Niet in deze staatsstructuur met grendels en allerlei overlappende en tegensprekende bevoegdheden die veranderingen en hervormingen erg bemoeilijken. Ga er maar aanstaan.
Ik heb er geen enkel probleem mee dat mensen een ander gedacht hebben. Dat ander gedacht ook ventileren. Maar kan het een beetje beschaafd? Kan het een beetje beleefd? Kan het door op de inhoud te spelen en niet op de man? Kan het door een klein beetje respect te tonen voor het feit dat ook hij een mens is, met familie? Dit geldt trouwens niet alleen voor Bart maar voor alle politici. Politici maken fouten, zeker weten. Foutloze mensen bestaan niet. Maar schelden? Ik durf eerlijk zeggen dat ik in de 37 jaar dat ik gemandateerd politicus ben, nooit anderen publiek uitgescholden heb. Ik kreeg van thuis mee: “behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden.”
Graag stel ik volgende vragen aan al diegenen die ons uitschelden, liefst vanachter hun anoniem klavier: Wie vind jij dat moet beslissen over de straat waar jij woont. Over het afval dat bij je wekelijks opgehaald wordt? Over de tussenkomsten van de overheid als je kinderen school lopen, je zelf naar de dokter moet of gehospitaliseerd moet worden? Wie moet er over je vervangingsinkomen beslissen, de hoogte ervan en bepalen wie er wel en geen recht op heeft? Zeg het me. Wie?
Ik blijf die verantwoordelijkheid het liefst geven aan mensen die daarvoor door andere mensen gekozen zijn. Mensen die bereid zijn dat te doen. Wie jij?
Het mooiste is - en ik keer terug naar wat er in Dessel gebeurt met het cAt-project - dat dit alles plaatsvindt in dialoog met alle betrokkenen. Politici, burgers en ondernemingen. Mensen die leven en werken in het dorp. Die samen verantwoordelijkheid nemen voor het nu en voor de toekomst. Daar ook moeite voor doen. Inspraak en uitspraak. Discussiëren, studeren en doen.
De mijlpaal van donderdag was er één in de vorm van een tijdscapsule. Geen eerste steen, maar een inox cilinder van 10 cm diameter en 30 cm hoog, door Bart en de verantwoordelijke voor het cAt-project Rudy Bosselaers gecementeerd in een betonnen omhulsel dat mee de berging in zal gaan. Bart, mijn collega uit Mol, Wim Caeyers, en ikzelf staken er een boodschap in. Een boodschap voor zij die hier binnen 300 jaar leven en dan de capsule kunnen openen.
Bij mij was dat een exemplaar van De Desselaar, ons gemeentelijk infoblad, met daarin een brief. Een brief waarin ik meegeef dat we de beslissingen die we nu nemen, hier in Dessel, ingegeven zijn met de vaste wil te kiezen voor wat goed is voor de Desselaar van nu én voor die van morgen. We hebben er het raden naar hoe Dessel er dan zal uitzien, wie hier leeft en ja, welke taal men hier dan spreekt… Maar dat mogen ze weten. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
21 september 2025