
Donderdag bezocht ik met mijn medewerkers VITO in Mol om de dag nadien met twee collega’s bij Energy Ville in Genk met VITO, IMEC en Flanders Make dieper in te gaan op de uitdagingen voor het wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen en de rol van Europa daarin. Eveneens op donderdag speechte onze eerste minister in Amsterdam. Ik zie duidelijke lijnen die elkaar kruisen en die ons sterker op de kaart zetten. De kennis is er, de wil is er, maar er gebeurt te weinig hoor ik critici zeggen… Ik kan hen geen ongelijk geven. Toch zijn we op de goede weg om nog beter te doen.
Bart schetste op zijn kenmerkende manier het belang van de Nederlanden doorheen de eeuwen heen. De delta van de Lage Landen, gevormd door Schelde, Maas en Rijn waarmee we de Benelux bedoelen. Die Benelux is na Duitsland, Frankrijk en Italië momenteel de vierde economische macht in Europa. Hoe wij keer op keer gouden tijden afwisselden met diepe dalen en steeds onze rug wisten te rechten. Het Vlaanderen van de dertiende en veertiende eeuw. Het Antwerpen en Brabant van de eeuwen nadien en na de scheiding tussen de Staatse en Spaanse – later de Oostenrijkse Nederlanden - de bloeitijd van Amsterdam en de noordelijke provinciën.
“Weerbaarheid en veerkracht. Dat zit in het DNA van de Lage Landen. Dat zit in onze taaie handelsgeest en onze open kijk op de wereld. En dat zit in ons vrijdenkend karakter en ons vooruitgangsgeloof.” Om Bart te citeren.
Die Benelux werd nog in Londen opgericht tijdens de tweede wereldoorlog, met name op 5 september 1944. Het was een douane-unie waarin België, Nederland en Luxemburg afspraken maakten over handel. Door bijvoorbeeld de invoerrechten voor elkaars producten af te schaffen, wat niet belette dat er tot in de jaren zeventig nog duchtig gesmokkeld werd omwille van prijsverschillen. Op vrijdagnamiddag deden vele Kempenaars hun boterinkopen op de markt in Reusel. Wie van mijn generatie en ouder kent de Nederlandse reclameslogan op muziek gezet niet: “Wij nemen Bona mee, wij nemen Bona mee…” Bona had er geen marktkraampje maar een heuse vrachtwagen staan waarna de dozen boter overgeladen werden in de koffers van de aanrijdende Belzen. Ik zie het nog voor mijn ogen gebeuren.
Die Benelux is en blijft een inspiratie voor de EU. Ergo, conform het EU verdrag mogen de drie landen verder gaan in hun samenwerking. Artikel 350 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) stelt dat de bepalingen van de EU-verdragen het bestaan en de voltooiing van regionale unies, zoals de Benelux, niet in de weg staan, zolang de doelstellingen van die unies niet volledig via de EU-verdragen zijn bereikt. Hierdoor kan de Benelux fungeren als een laboratorium voor de EU, waarbij baanbrekende projecten en samenwerkingsinitiatieven kunnen worden getest en daarna eventueel op EU-niveau worden uitgebreid.
De Benelux samenwerking maakte bijvoorbeeld ook mogelijk dat hier bij ons het Nederlandse Baarle-Nassau kon aansluiten bij IOK Afvalbeheer om de ophaling van huishoudelijk afval in de enclavegemeenten Baarle-Hertog en Baarle-Nassau efficiënter te maken. Een samenwerking waarvoor ik vorige legislatuur met resultaat parlementaire initiatieven nam.
Als je met Vlaamse wetenschappelijke instellingen, universiteiten en hoge scholen aan tafel zit, is het duidelijk dat ook zij enorm samenwerken en willen samenwerken binnen deze Lage Landen driehoek met eveneens lijnen naar Noordrijn-Westfalen en Noord-Frankrijk. Waar wij vorige eeuw geprangd zaten tussen de twee grote buren die er niet verlegen om zaten hun vetes bij ons te komen uitvechten, zijn we nu het episch centrum van onderzoek en ontwikkeling waarbij Vlaanderen de toon zet.
Het bewustzijn is er in Europa dat wanneer we nog relevant willen zijn en onze mensen een toekomst willen geven de rug zullen moeten rechten. Binnen de EU wordt het volgende Meerjarig Financieel Kader voorbereid. Vanuit de Commissie industrie, onderzoek en energie deden we onze aanbevelingen. Ook vanuit onze eigen N-VA willen we een verschuiving naar onderzoek en ontwikkeling zonder evenwel nieuwe belastingen aan onze burgers op te leggen. Dat betekent budgetten verschuiven wat geen evidente is. Niemand wil minder. Knopen zullen moeten doorgehakt worden.
Om toch maar twee voorbeelden aan te halen. VITO telt 1.400 medewerkers met een omzet dat flirt met de 300 miljoen euro. Een derde daarvan komt van de Vlaamse overheid en een ander derde van Europese subsidies. IMEC met zijn 6.000 medewerkers is dan weer wereldleider in de chiptechnologie. Daar de waarschuwing dat niettegenstaande hun eigen sterkte en het marktleiderschap van het Eindhovense ASML bij de productie van machines om chips te maken wereldwijd 95% van de high-levelchips in Taiwan gemaakt wordt. Wie een beetje oog heeft voor de mondiale ontwikkelingen moet beseffen dat we ook voor de maakindustrie in Europa initiatieven moeten nemen. Een eengemaakte kapitaalmarkt om het Europees geld ook effectief in te zetten niet alleen bij startups maar ook bij doorgroeibedrijven. Durfkapitaal dat in Amerika wel voorhanden is. Bij ons ook, maar te versnipperd.
Zo hebben we weer werk voor onszelf op de plank gelegd. Zo hoort het ook maar laten we deze zondag vooral verder zetten met de gedachte dat er in de Lage Landen veel bruist. Dat er hard gewerkt wordt. Dat de wil er is om te ondernemen en te doen. Daarvoor mijn dank aan allen die mee stenen verleggen in de rivier. Fijne zondag nog.
Kris van Dijck
Dessel, 7 september 2025