Nu ondernemen voor het Europa van morgen

Vandaag een iets kortere column. Ik word immers al om half 10 op een N-VA-activiteit in Edegem verwacht om daarna naar het Vlaams Nationaal Zangfeest af te zakken. Dat Onze-Lieve-Heer de zevende dag voorzag om te rusten, moet je toch met een korrel zout nemen. Maar terug naar de orde van de zondagochtend. De inspiratie voor mijn reflectie van vandaag vond ik drie dagen terug op het VOKA treffen in Brussel waar naast het memorandum voor de Europese verkiezingen van juni a.s. de zeven Vlaamse lijsttrekkers, waaronder onze lijsttrekker Johan Van Overtveldt de degens kruisten.

 

Op het gevaar af weggezet te worden als de partij van VOKA – waar ik op zich niet rouwig om ben – breek ook ik een lans voor wat zij voorstellen. Het ondernemerschap ligt immers aan de basis van onze welvaart. Daar geen oog en oor voor hebben is de tak afzagen waar we met z’n allen opzitten. Het VOKA memorandum legt mijns inziens, tegen de achtergrond van een snel wijzigende, complexe wereld en het feit dat het Vlaams ondernemerschap sterk export gericht is, de juiste klemtonen in drie prioriteiten: competitiviteit, groei en transitie naar 2050. Laat ons de punten even apart behandelen. 

 

Die competitiviteit kent twee dimensies. Eén binnen Europa en één mondiaal. Wat dat laatste betreft weten we dat we een handicap hebben t.o.v. landen waar de sociale voorzieningen en arbeidswetgevingen niet zijn wat ze naar onze normen zouden moeten zijn. We willen daar zelf absoluut niet op inbinden. Daarom moeten we misschien kritischer zijn met wie we dan wel handel drijven of die handel dan toch minstens minder interessant maken. Door taxen te heffen bijvoorbeeld. Leven op menselijke dumping elders, ik kan dat niet met mijn geweten in overeenstemming brengen. 

Binnen Europa heerst er echter ook een competitiviteit die nefast kan zijn voor Vlaanderen. Bijvoorbeeld de natuurherstelwet met strenge normen die in heel Europa gelden. Maar of die ook haalbaar zijn in dichtbevolkte en industriële regio’s als Vlaanderen dreigt men dan te vergeten. Regels en beleid op maat zijn niet alleen wenselijk, ze zijn ook nodig.
 

Om economisch te groeien moeten we ons zeker focussen op het buitenland. Vlaanderen is nu eenmaal een exportland. Wat we maken of fabriceren vindt haar afzet in het buitenland en creëert op die manier welvaart bij ons. Elke protectionistische maatregel kan alleen maar als een boemerang in ons gezicht terechtkomen. Als Kempenaar wil ik daar een dimensie aan toevoegen, ziende wat er net over de grens in de regio Eindhoven aan het gebeuren is. Een economische tijger waarmen op korte tijd tien duizenden extra technisch geschoolden nodig heeft, met in hun zog woningen, scholen en zorginstellingen waar Vlaanderen als naaste buur zaken mee kan doen. Elkaar aanvullen en versterken. Ik weet dat zij naar ons kijken. “Doen”, zou ik zeggen.

 

De derde prioriteit, de transitie naar klimaatneutraliteit in 2050 moet ons ook als muziek in de oren klinken. Met de kennis die we bij ons hebben, moeten we mee bakens verzetten in de revival die de kernenergie onomstotelijk kent. 

Maar voor het zover is, moeten we verstandig omspringen met vergunningen die we al dan niet afleveren. Vergunningen voor investeringen die op lange termijn het klimaat dienen,weigeren omdat ze op korte termijn het milieu even schaden, getuigen van een ongelofelijke lichtzinnigheid. Maar het gebeurt. Onderweg naar Brussel, die donderdagochtend, hoorde ik gedelegeerd bestuurder Hans Maertens dienaangaande op Radio 1 enkele voorbeelden aanhalen. Waar is het gezond verstand gebleven, denk je dan als nuchtere Kempenaar. 

 

Ja, het ondernemerschap moet ademruimte krijgen en Europa is daarbij een belangrijke actor. Hier vind je een link naar het VOKA memorandum: https://www.voka.be/verkiezingen/eu

Maar ook kort bij ons, in onze dorpen en steden zijn de mensen die de daad bij het woord voeren de ware helden. Ik ben er dan ook apetrots op dat mijn vrouw Leentje binnen een paar maanden samen met Lex Feyen een eigen zaak opent. Geen woorden maar daden. 

En nu me met bekwame spoed klaarmaken om naar Edegem af te reizen. Fijne zondag nog en tot straks op het zangfeest?

 

Kris van Dijck

Dessel, 10 maart 2024