OESO Parijs

De voorbije week verbleef ik drie dagen in Parijs. Namens het Vlaams Parlement nam ik er woensdag en donderdag deel aan het ‘mondiaal parlementair netwerk’ van de OESO. Parlementsleden van over heel de wereld namen er deel aan besprekingen over de huidige staat van de wereld, de economie en de uitdagingen voor de toekomst. 2024 is ook een bijzonder jaar aangezien de helft van de wereldbevolking gevat wordt door verkiezingen en dus een serieuze stem in het kapittel heeft. 38 landen zijn lid van de OESO, waaronder India met bijna 1,5 miljard inwoners. Grote afwezige in Parijs: de Verenigde Staten van Amerika. De politieke ontwikkeling daar baart me zorgen.

 

Dinsdag kwam ik toe en maakte van de gelegenheid gebruik om het Hôtel des Invalides te bezoeken, het in 1671 door Lodewijk XIV opgerichte onderkomen voor hulpbehoevende oud-soldaten, die vaak verminkt en met het verlies van ledematen verder door het leven moesten. Het was als het ware een stad in het klein dat onderkomen kon bieden aan 4.000 militairen.

Onder de vergulde koepel van de Dôme bevindt zich het praalgraf van de op Sint-Helena overleden keizer Napoleon I. Dat was ook de reden waarom ik een bezoek wou brengen, getriggerd door de vele boeken die ik de voorbije jaren over deze merkwaardige Corsicaan verslond. Maar terug naar de ware reden van mijn bezoek aan Parijs:

 

De OESO, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling is een samenwerkingsverband van 38 landen om sociaal en economisch beleid te bespreken, te bestuderen en te coördineren. De aangesloten landen proberen gezamenlijke problemen op te lossen en trachten internationaal beleid af te stemmen.

Het begon in 1947 als Organisatie voor Europese Economische Samenwerking om te helpen bij het Marshallplan voor de wederopbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog. Dat Marshallplan, genaamd naar de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, betekende voor veel Europeanen het verschil tussen leven of dood. Naar huidige waarde werd een goede 150 miljard dollar geïnjecteerd om het verwoeste Europa nieuw leven in te blazen. Velen vergeten heden ten dage dat wij nog geen 80 jaar geleden veel te danken hadden aan steun en hulp van over heel de wereld in de vorm van mensenlevens (gesneuvelde soldaten) en geld…

In 1961 werd de organisatie hervormd naar de huidige OESO. De Australiër, maar in Eupen geboren, Mathias Cormann is er secretaris-generaal van. De lidstaten zijn overwegend welvarende landen uit Europa, Amerika en Azië. Vooral heel wat Zuidoost-Aziatische willen toetreden om de groep te versterken.

 

De OESO publiceert ook heel wat studiewerk, rapporten, statistieken en beleidsdocumenten. In de onderwijswereld zijn zeker de PISA-onderzoeken bekend. Daarbij wordt al twintig jaar op regelmatige basis de kennis en het niveau van de scholieren gemeten m.b.t. taal, wiskunde en wetenschappen. Aan deze resultaten worden ook steeds conclusies verbonden die het beleid in de verschillende staten kunnen sturen. Wat ik donderdag wel betreurde, toen we ondergedompeld werden in een karrevracht van cijfers en vergelijkingen, was dat niettegenstaande men voor België de cijfers apart verzamelt van het Vlaams en Franstalig onderwijs, nodig ook want beiden hebben een aparte politiek en dynamiek, ze nu samengevoegd waren. We weten nochtans dat er tussen beiden grote verschillen zijn. Donderdag werd het Belgisch gemiddelde getoond. Weinig relevant noch interessant om er conclusies uit te trekken als je het mij vraagt. Spijtig.

 

Rode draad doorheen vele presentaties en tussenkomsten, zeker bij die uit Oost-Europese landen, was de oorlog in Oekraïne. Denk daarbij aan de Baltische staten en Roemenië die vaak aan het woord kwamen. Oekraïne is nog geen lid van de OESO maar maakt daar wel aanspraak op, net zoals op een lidmaatschap van de EU. Op zich ook opmerkelijk dat hier velen hun afschuw over Europa uitspreken terwijl enkele duizenden kilometers van hier mensen sneuvelen en sterven omdat ze bij ons willen horen…

In februari richtte een groep Oekraïense parlementsleden de ‘vrienden van de OESO’ op met als bedoeling ook in Oekraïne te streven naar een betere politieke werking. Het land kent nog veel corruptie en heeft nog een hele weg af te leggen.  Ze namen in Parijs als gast deel aan de beraadslagingen en waren onderwerp van de eerste plenaire sessie.

 

Naast sessies over o.a. de wereldhandel, artificiële intelligentie, circulaire economie en democratie, maakte dr. Fatih Birol enorme indruk op me. Hij is de directeur van het Internationaal Energie Agentschap en is een begenadigd spreker. Ik hoorde hem ook voor een paar weken in Brussel op het Nuclear Energy Summit.

De toekomst is elektrisch en wereldwijd beschikken we over voldoende data en info om te weten waar de noden en de opportuniteiten zich bevinden. In 2023 was één op de vijf verkochte auto elektrisch. 85% van de investeringen in elektriciteitsproductie ging naar CO2-neutrale energie. Dr. Birol liet er opnieuw geen misverstand over bestaan: het nucleaire, op dit moment goed voor 8% van de elektriciteitsproductie in de wereld, kent een revival en is ook nodig om onze doelstellingen rond klimaat te halen.

Laat ons eerlijk zijn, alles staat of valt bij onze energie; de productie, de zekerheid, duurzaamheid en betaalbaarheid. Onderwerp waar ik me in Europa, als ik na 9 juni daartoe de kans krijg, op wil toeleggen.

 

Ik ga het hier vandaag bij laten. Zo dadelijk keer ik virtueel terug naar Parijs. Zowel mijn medewerker als mijn dochter lopen er vanochtend de marathon. Via de app SE Marathon de Paris ga ik hen volgen. Fijne zondag nog.

 

Kris van Dijck

Dessel, 7 april 2024