Donderdag was een mijlpaal voor ons energiebeleid. Die dag stemde de Kamer eindelijk de vermaledijde wet op de kernuitstap van 2003 - cadeautje van Verhofstadt II om de Groenen te plezieren - goed. Veel te laat, want veel onheil is ondertussen geschied. Centrales gesloten en investeringen niet gedaan. Meer dan 20 jaar verloren. Meer dan 20 jaar achteruitgang. Meer dan 20 jaar extra CO2-uitstoot. Maar beter laat dan nooit zal ik dan maar denken zeker. De deur is geopend om opnieuw kerncentrales, welke types dan ook, te kunnen bouwen in dit land. En of dat dat niet nodig is. Het was op vele vlakken trekken en sleuren, maar we zijn nog niet waar we zijn moeten. Daarover deze column en ook opmerkelijk donderdag bij de stemming: de nieuwe rector van de universiteit van Gent, centrum van kennis en onderzoek met in haar opleiding Master of Science in Nuclear Engineering, stemde tegen. Dus UGent, wees op je hoede.  

Vervolgens keurde onze Desselse gemeenteraad ‘s avonds unaniem de declaratie goed van het Internationaal Atoomenergieagentschap n.a.v. het congres waaraan ik binnen twee weken als panellid deelneem. (foto met directeur-generaal Rafael Grossi van het IAEA voor twee jaar in Brussel, en de declaratie is onder deze column terug te vinden)  

 

Heel mijn politiek leven heb ik de kaart van kernenergie getrokken. Er waren tijden dat je dan met de nek, dan wel als een curiosum bekeken werd. En dat was heus tot nog niet zo lang geleden. Tien jaar geleden stelden toenmalig partijbestuurslid Roeland Vavedin en ik een nota op, sterk onderbouwd na ons urenlang ondergedompeld te hebben bij het SCK in Mol, over welke mogelijkheden er in het verschiet lagen om reactoren langer open te houden, om richting kleine modulaire reactoren te evolueren, om het afval op een andere manier te behandelen, en zoveel meer. Tien jaar geleden. Het werd door vele collega’s als ‘niet rijp voor politiek handelen’ gekwalificeerd, niet wervend genoeg, de goegemeente was nog niet mee, zelfs heel anti… 

 

Nog in de slipstream van de coronamaatregelen organiseerde ik in Tabloo (ons toen pas geopend communicatiecentrum) een colloquium over kernenergie met een schare gerenommeerde sprekers waaronder onze Bert Wollants, professor Matthijs en de directeur-generaal van het SCK. Goede opkomst en interessante voordrachten. Ook de pers was uitgenodigd. Die stuurde haar kat… Positieve boodschappen zijn niet direct sexy. Maar als er een vermoeden is van meer kankers, te wijten aan de nucleaire industrie, ik schrijf wel degelijk ‘een vermoeden’, mag ik het in de tv-studies gaan uitleggen. Met plezier trouwens.  

 

Ook in het Europees Parlement voeren we de strijd om kernenergie, zowel de kernsplijting als de kernfusie, hoog op de agenda te krijgen. Zo streed ik om de JET-fusiereactor bij Oxford open te houden. Eenmaal verkozen trad ik toe tot de groep pro-nucleaire parlementsleden. We bezochten in de nieuwe samenstelling eind vorig jaar het SCK en trekken volgende week naar Cadarache in Zuid-Frankrijk waar de ITER-fusiereactor in opbouw is. Het zal niemand verbazen dat dit vooral parlementsleden zijn uit onze ECR-fractie, christendemocraten en liberalen. 

Bij de hoorzittingen met de nieuwe commissarissen zegden we de voor energie bevoegde Deense socialist Dan Jorgensen de wacht aan. Niettegenstaande de nieuwe beleidsverklaring van Von der Leyen gaf hij zelf weinig blijk van bereidheid om mee te gaan in ons verhaal. Hij lachte het zelfs weg. Toen ik hem confronteerde met de app Electricity Maps die aantoonde dat het door windenergie geroemde Denemarken zich op dat moment van de hoorzitting  moest behelpen met kernenergie uit Zweden, luidde zijn antwoord dat hij die app niet kende. Case closed, maar het strafste moet nog komen. 

 

Ter voorbereiding van het meerjarig financieel beleidsplan van de Unie onderhandelde ik in de ITRE-commissie mee voor de aanbevelingen aan de BUDG-commissie die het budget voorbereidt. Daarin kregen we volgende tekst verwerkt: “is van mening dat de onverminderde aanwezigheid van nucleaire technologie in de Unie en de aanhoudende belangstelling voor het gebruik van kernenergie als onderdeel van de nationale energiemix in sommige lidstaten, wat momenteel betekent dat ongeveer 22,8% van de in de Unie opgewekte elektriciteit afkomstig is van nucleaire productie, vereisen dat de Unie wereldleider is wat betreft kennis, O&O en expertise van deze technologieën, met inbegrip van de veiligheid ervan, via het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding en de blijvende betrokkenheid van de Unie bij het ITER-project; benadrukt dat de begrotingen voor deze programma’s de nieuwe realiteit moeten weerspiegelen van de aanmerkijle ontwikkeling naar de commercialisering van fusietechnologie;”

Deze aanbeveling, door alle fracties gesteund, werd niet aangenomen door de BUDG-commissie.

 

Het feit dat alle fracties het in onze commissie goedkeurden, zette mij aan om de tekst dan maar plenair ter stemming voor te leggen. Dan moet iedereen kleur bekennen. Ik verzamelde vlot meer dan 72 handtekeningen, het minimum noodzakelijk om een amendement te kunnen indienen. Voor tien dagen werd er in Straatsburg gestemd: 277 voor, 319 tegen en 51 onthoudingen. 22 stemmen te kort in de kering. Een aantal collega’s die mee de tekst schreven en in de commissie goedkeurden keerden nu hun kar, zoals Vooruit. Zelfs een Duitse christendemocraat, die zelf een poging ondernam om hetzelfde amendement in te dienen, maar niet aan de nodige handtekeningen geraakte, stemde tegen. Eigen amendement eerst? 

 

Hoe stemden de Belgische vertegenwoordigers wat voor mij zeker zo belangrijk was? De Arizona-partijen, op Vooruit na, stemden voor. Dus N-VA, cd&v, MR en Les Engagés. Ook VB, CSP (Duitstalige christendemocraten) en Di Rupo gaven een ja-stem. Tegen waren naast Vooruit, de andere PS-verkozene, Ecolo en PTB. De VLD en de uit de pvda getreden Rudi Kennes onthielden zich. Een zeer ruime meerderheid dus. De deur gaat steeds verder open.

 

Woensdag nam collega Yvan Verougstraete, tevens voorzitter van Les Engagés, me even apart. We waren het onmiddellijk eens met elkaar. Met een kenniscentrum als het SCK in Mol en een ambitieus regeerakkoord moeten we ons in de spits gaan positioneren om bij ons de vruchten te plukken van de nucleaire lente die er onomstotelijk aan het komen is. Deze trein moeten we niet alleen nemen, we horen thuis in de locomotief. Daar doen we het toch voor, neen? Fijne zondag nog. 

   

Kris van Dijck

Dessel, 18 mei 2025

 

 

De declaratie van de gemeenten met nucleaire installaties n.a.v. het congres van het Internationaal Atoomenergieagentschap luidt als volgt :

“Landen over de hele wereld plukken de vruchten van kernenergie als een betrouwbare en koolstofvrije bron van stroomproductie. Gemeenten die nucleaire installaties huisvesten – van uraniumontginning en kerncentrales tot productie-eenheden, medische isotopen, onderzoekscentra en afvalbeheer – spelen een essentiële rol in de duurzame uitrol en veilige werking van deze technologie. 

Als lokale leiders dragen we met trots en verantwoordelijkheidszin bij aan een hoopvolle toekomst voor onze kinderen en volgende generaties. Door kernenergie mogelijk te maken, versnellen we de overgang naar schone energie en dragen we bij aan de bredere sociaaleconomische ontwikkeling van onze landen. Die toekomst steunt op een stabiele bron van schone energie, nodig voor vooruitgang op vlak van infrastructuur, onderwijs, industrie, landbouw en gezondheidszorg. 

Onze gemeenten hebben van dichtbij de voordelen van kernenergie ervaren, maar we zijn ons ook bewust van de uitdagingen. De toekomst van kernenergie moet gestoeld zijn op echte betrokkenheid, instemming en blijvende steun voor de nucleaire gemeenschappen. 

Als burgemeesters en verkozen bestuurders van gemeenten die nucleaire installaties huisvesten, engageren wij ons om samen te werken met onze burgers, beleidsmakers, nationale overheden en industriële spelers. Samen willen we op een verantwoorde manier bouwen aan een duurzame en inclusieve toekomst, waarin we de cruciale rol erkennen die kernenergie speelt in het aandrijven van ons leven, onze gemeenschappen en onze landen.”