Woensdag bracht commissievoorzitter Ursulla Von der Leyen haar jaarlijkse State of the European Union als start van het nieuwe werkjaar. Het was een lange toespraak waarin alle omgevingsfactoren en uitdagingen van deze tijd voor Europa aan bod kwamen. Een duidelijke wake-up-call die niet onbeantwoord kan blijven. Maar het is niet omdat de problemen gekend en geduid zijn, dat we ze al aan het oplossen zijn, want voor elke kwaal of remedie hebben we heelmeesters die elk hun eigen remedies aanprijzen. In de EU met haar 27 lidstaten waar vaak op basis van consensus moet gehandeld worden geen evidentie. Immobilisme en onbesluitvaardigheid is wel het laatste dat we nodig hebben. 

 

In België is het niet anders geweest. Besturen bleef al te lang letten op de winkel zonder de winkel aan te passen, te moderniseren of te hervormen. De vitrine bleef veel te lang dezelfde en de winkelrekken puilden uit met producten waarvan de vervaldatum al lang verstreken was. Alleen de uitbater en de winkelbedienden veranderden met de regelmaat van de klok. De inhoud bleef wat het was. Daardoor bleef de staatsschuld groeien, noodzakelijke investeringen werden uitgesteld, de ziektekosten exponentieel toenemen en de vergrijzing met de daarvoor noodzakelijke hervormingen bleven uit. Zelfs de pensioenen, waarvoor men groen- en witboeken aankondigde werden niet aangepakt wat nu als een zwaard van Damocles boven onze hoofden hangt. Zo bleef het lang; als we de winkel maar kunnen uitbaten… 

 

Veel was natuurlijk te wijten aan het feit dat er geen eensgezindsheid was onder de ‘heelmeesters’ die elk met hun eigen achterban en elektoraat voor hun eigen groot gelijk bleven gaan. Kom maar tot een vergelijk als de ene het wil oplossen met een pilletje en een zalfje terwijl de andere er toch voor kiest om de etterende zweer weg te snijden. Welke keuze men maakt doet er op zich niet toe, als men maar een keuze maakt, hoorde ik vaak zeggen. En ja, zelfs dat bleef uit. Het bleef dan maar bij niks doen en de winkel ongewijzigd openhouden. 

 

Zowel op Europees, federaal als op Vlaams niveau is de tijd van talmen voorbij. En om bij de beeldspraak van hierboven te blijven; een pilletje noch een zalfje zal volstaan. Dat de mensen duidelijk maken is de eerste stap. Het slaapwandelen is voorbij. Als we niet in de ravijn willen storten toch. Maar daar is moed voor nodig want de Europeaan en a fortiori de ‘Belg’ is verwend. Velen klagen steen en been maar nergens is het beter dan bij ons. Wij, politici, hebben de lat van wat de burger kan ‘krijgen’ steeds hoger gelegd. Zo hoog zelfs dat we de factuur niet meer kunnen betalen, steeds meer gaan lenen en met z’n allen dreigen onder de lat door te lopen. Eenieder weet toch dat wanneer je schulden niet betaalt vroeg of laat de deurwaarder aan je deur staat… 

 

Enkele remedies daartoe vind je uitgebreid beargumenteerd in het boek ‘de grote onvrede en hoe die te keren’ van collega Johan Van Overtveldt dat vorig jaar rond deze tijd uitkwam.  

Vooreerst moeten we afscheid nemen van het Keynesiaanse model. Het was de Engelse econoom John Maynard Keynes die midden vorige eeuw er een lans voor brak om als overheid bij conjunctuurschommelingen en crisissen extra uit te geven. Dat dieper in de geldbeugel tasten werd in het Westen echter gemeengoed. Ook in tijden dat het beter ging bleef men uitgeven. Dat alles maakte dat de burger steeds meer bleef vragen en de politicus daar ook gezwind in mee ging. Een “neen” werd politiek begraven om finaal te belanden in een put van beleidsuitputting. Begroting op orde brengen en schulden afbouwen. Het is een noodzaak. 

 

Daarnaast is het aan ons allen en die na ons komen om de handen uit de mouwen te steken. Als zoon van een zwaar invalide vader weet ik maar al te goed dat langdurige ziekte of handicap niet van de poes zijn. Toch stel ik vast dat de lage werkzaamheidsgraad in ons land - zeker de regionale verschillen – niet verdedigbaar is. Er zijn jobs in overvloed die niet ingevuld geraken die die lage werkzaamheidsgraad zelfs niet kunnen verklaren. De langdurige werkloosheid wordt eindelijk aangepakt en de langdurige ziekte moet dat ook. Niet alleen om te veroordelen. Ook om te kijken wat de reden is. Dan pas kan er curatief gehandeld worden. In het belang van de zieke. In het belang van de samenleving.

 

Wat we echter niet mogen vergeten is dat deze grote uitdagingen zich afspelen tegen een heel andere achtergrond van misnoegdheid wat we culturele decadentie kunnen noemen. Even door de sociale media scrollen en de lezer zal wel weten wat ik bedoel… Dit laat zijn sporen na bij politici en middenveldorganisaties. Daar durven tegen in gaan vergt moed. 

 

Deze week kreeg ik als burgemeester een stakingsaanzegging binnen van de vakbonden. Tegen de plannen van de regering lees ik. Ja, er zijn er die ziende blind als lemmingen toch in de ravijn willen springen. Ik niet. Fijne zondag nog. 

 

Kris van Dijck 

14 september 2025